Informatieve brochure over spanningskwaliteit elektriciteit
Om uitval of beschadiging van uw elektrische apparaten te voorkomen, is het belangrijk dat de spanning niet te veel fluctueert. De netbeheerder zorgt voor een goede spanningskwaliteit tot in de meterkast. Uw elektrische installatie en apparaten hebben echter ook invloed op de kwaliteit van de stroomvoorziening in huis. De brochure Spanningskwaliteit van de gezamenlijke netbeheerders geeft een toelichting op het begrip spanningskwaliteit.
Thuis bent u aangesloten op het laagspanningsnet. In Nederland is de hoogte van de spanning in dit net ongeveer 230 Volt met een frequentie van 50 Hertz. Om uitval van of beschadiging aan apparatuur bij u thuis te voorkomen, zijn er regels (normen) gemaakt die grenzen stellen aan de maximale afwijking van de spanning. Apparaten, zoals televisies, computers en boormachines moeten zo zijn ontworpen dat die binnen deze grenzen goed werken. Dit geldt ook voor apparatuur met een CE-markering.
Wie is verantwoordelijk bij klachten?
De netbeheerder is verantwoordelijk voor de goede kwaliteit van de spanning in het elektriciteitsnet. De verantwoordelijkheid van de netbeheerder loopt tot aan het aansluitpunt (de hoofdbeveiliging). De installatie achter de elektriciteitsmeter is uw eigen verantwoordelijkheid. Apparatuur in uw installatie kan bijdragen aan een verstoring van de spanningskwaliteit bij uzelf maar misschien ook wel bij uw buren. Als u spanningsklachten heeft, ga dan eerst na of het niet aan uw eigen installatie of apparatuur ligt. U kunt hierbij de hulp van uw installateur inschakelen. Weet u zeker dat uw installatie niet de oorzaak van het probleem is? Neem dan contact op met uw netbeheerder. Deze start dan een onderzoek en voert voor zover nodig metingen uit om de kwaliteit vast te stellen.
In de brochure spanningskwaliteit (pdf) leest u welke spanningsverschijnselen zich kunnen voordoen en hoe u deze herkent.